Voor mijn rekenles heb ik gekeken naar een aantal doelen. Aan de hand van die doelen heb ik gekeken welke twee doelen gingen goed in deze les en aan welke had ik wat meer aandacht kunnen besteden.
Als eerst de positieve doelen uit mijn les:
Je bent in staat leiding te geven aan groepsprocessen en deze, waar nodig, op een correcte manier bij te sturen.
Bij deze les was het nodig om voorafgaand aan de les duidelijke afspraken te maken over het verloop van de les. Het was een vrije les waarin de kinderen in tweetallen samen gingen werken en door de klas heen liepen. Ik heb dus duidelijk de groepsprocessen doorgenomen en duidelijk gemaakt wat ik verwachte. Dit heb ik tijdens het werken nog bij moeten sturen door de kinderen even aan de regels te helpen herinneren en er ook een enkele aan toe te voegen.
Je bent in staat leeractiviteiten te ontwerpen waarin samenwerkend leren expliciet plek heeft.
Deze les stond geheel in het teken van samenwerken. Als eerst hebben de kinderen zelf groepjes van twee gemaakt. Daarna hebben ze een duidelijke opdracht mee gekregen die ze samen uit moesten voeren. Na een half uur heb ik de activiteit afgekapt. De tweetallen moesten nu een ander tweetal gaan zoeken, waarmee ze hun bevindingen gingen bespreken. De samenwerking was duidelijk uitgelegd, de kinderen wisten meteen wat ze moesten doen en dat gebeurde ook.
De doelen die wat minder gingen of die niet van toepassing waren:
Je bent in staat overgangen tussen leeractiviteiten goed te organiseren en gericht te begeleiden.
De overgang tussen de klassikale instructie en de samenwerkingsvorm die ze daarna gingen doen, verliep niet helemaal soepel. De kinderen mochten zelf tweetallen maken, waardoor er een aantal kinderen over bleven. Ik heb eerst gevraagd aan die kinderen of ze onderling konden kiezen wie met wie deed, maar dit werkte ook niet. Toen heb ik zelf maar besloten wie nou met wie samen ging doen.
Je bent in staat leeractiviteiten te ontwerpen die zijn afgestemd op de groep aansluitend bij vakdidactiek en doelen van de les.
Deze les sloot niet heel erg aan op de vakdidactiek waar ze op het moment mee bezig waren. Natuurlijk zijn lengte en breedte begrippen die ze op ten duur wel moeten kennen. Daar door is deze les dus niet erg afgestemd op de doelen van de klas, daar in tegen was dit wel een goede test voor de groep. Deze groep heeft nog wel eens moeite met samenwerken, dat bleek ook bij deze les het geval. Sommige kinderen konden beter samenwerken dan anderen.
Als eerst de positieve doelen uit mijn les:
Je bent in staat leiding te geven aan groepsprocessen en deze, waar nodig, op een correcte manier bij te sturen.
Bij deze les was het nodig om voorafgaand aan de les duidelijke afspraken te maken over het verloop van de les. Het was een vrije les waarin de kinderen in tweetallen samen gingen werken en door de klas heen liepen. Ik heb dus duidelijk de groepsprocessen doorgenomen en duidelijk gemaakt wat ik verwachte. Dit heb ik tijdens het werken nog bij moeten sturen door de kinderen even aan de regels te helpen herinneren en er ook een enkele aan toe te voegen.
Je bent in staat leeractiviteiten te ontwerpen waarin samenwerkend leren expliciet plek heeft.
Deze les stond geheel in het teken van samenwerken. Als eerst hebben de kinderen zelf groepjes van twee gemaakt. Daarna hebben ze een duidelijke opdracht mee gekregen die ze samen uit moesten voeren. Na een half uur heb ik de activiteit afgekapt. De tweetallen moesten nu een ander tweetal gaan zoeken, waarmee ze hun bevindingen gingen bespreken. De samenwerking was duidelijk uitgelegd, de kinderen wisten meteen wat ze moesten doen en dat gebeurde ook.
De doelen die wat minder gingen of die niet van toepassing waren:
Je bent in staat overgangen tussen leeractiviteiten goed te organiseren en gericht te begeleiden.
De overgang tussen de klassikale instructie en de samenwerkingsvorm die ze daarna gingen doen, verliep niet helemaal soepel. De kinderen mochten zelf tweetallen maken, waardoor er een aantal kinderen over bleven. Ik heb eerst gevraagd aan die kinderen of ze onderling konden kiezen wie met wie deed, maar dit werkte ook niet. Toen heb ik zelf maar besloten wie nou met wie samen ging doen.
Je bent in staat leeractiviteiten te ontwerpen die zijn afgestemd op de groep aansluitend bij vakdidactiek en doelen van de les.
Deze les sloot niet heel erg aan op de vakdidactiek waar ze op het moment mee bezig waren. Natuurlijk zijn lengte en breedte begrippen die ze op ten duur wel moeten kennen. Daar door is deze les dus niet erg afgestemd op de doelen van de klas, daar in tegen was dit wel een goede test voor de groep. Deze groep heeft nog wel eens moeite met samenwerken, dat bleek ook bij deze les het geval. Sommige kinderen konden beter samenwerken dan anderen.